HET NATUURLIJKE LEVENSRITME ALS BABY 

 

 

Cellen en weefsels zijn de basis

 

De basis van alle leven zijn de natuurlijke stromende bewegingen in onze cellen en weefsels. Het samenspel van organen, orgaan sytemen en ons mens zijn, bouwen hierop verder. Of we ons daar nu bewust van zijn of niet, ten hoogte van onze cellen en weefsels vindt alle leven plaats bij iedereen, of we ons daar nu bewust van zijn of niet. 

 

Je baby bewoont zijn lichaam op celnivo volledig.

 

Je baby leeft nog volledig vanuit een zijnsnivo, op het nivo van zijn voelende en innerlijk bewegende cellen en weefsels. Daar is hij aanwezig en nergens anders. Hij bewoont zijn lichaam volledig. Zijn gewaarwordingen en gevoelsbewegingen zijn deze van zijn cellen.  Als ouder leef je op doe nivo, je gevoelens zijn hier ook van af geleid. Je wordt jezelf niet meer gewaar op cel en weefselnivo. Bovendien leef je in je hoofd en niet in je voelende lichaam. Je leeft in een totaal andere wereld dan je baby. In volgende tekst zal ik je enig inzicht geven in de levensprocessen op celnivo van je kleine baby.

Ik ben ook een gratis e-book aan het schrijven: "Organisch en Orgastisch leven" waarin ik deze processen veel uitgebreider beschrijf. 

 

Hoe werkt leven op celnivo?

 

We bestaan uit miljarden cellen. Ons leven in zijn geheel heeft dezelfde basis als het leven van cellen. Elke cel zet uit en trekt weer samen vanuit een eigen natuurlijk ritme. Dit gaat gepaard met een pulsatie. Deze pulserende beweging geeft een vreugdevol en genotvol gevoel.

Vele verschillende prikkels kunnen dit ritme verstoren, zowel prikkels van buiten de cel als prikkels van binnen de cel. Ik beperk me hier tot de verstoringen van buiten. Deze prikkel verstoort het ritme. De cel trekt zich terug. Deze prikkel kan een aanraking zijn, een lichtflits, een geluid. een blik of een heel andere trilling. Bij elke verstoring schrikt de cel en trekt zich terug,  als de trilling niet aansluit bij de innerlijke trilling. Na een  tijdje  herstelt het natuurlijke ritme weer, als het voor de cel weer veilig voelt. Dit is eigen aan leven. Als de cel heel vaak schrikt, trekt ze zich blijvend terug en ontwikkelt ze aan haar membraan oppervlakte, waar de prikkel binnenkomt een hardere laag, een mini pantser, om zich te beschermen. Als de angst heel groot is, blijft de cel samengetrokken en kan overgaan in een bevroren toestand. Het is de freeze reactie op stress. Het weefsel blijft in een bevroren toestand. Dus als een cel samentrekt, gaat dit gepaard met een gevoel van angst. Een gespannen membraan geeft een gevoel van spanning aan de rand van de cel en leegte aan de binnenkant. Gevoelens ontstaan dus vanuit de fysieke gewaarwordingen. 

 

Weefselnivo

 

Duizenden cellen samen vormen een weefsel. In dit weefsel reiken alle cellen gelijk uit en trekken gelijk samen. Dit komt omdat cellen die tegen elkaar aanliggen syncroniseren. Hun natuurlijk uitreiken en samentrekken vormt een golvend patroon. Hun pulsaties zijn krachtiger dan van één cel. Dit gaat gepaard met een groter gevoel van vreugde en genot. Bij verstoringen van buiten reageren ze samen.  

 

Golven herstellen door stromend verdriet 

 

Weefsels beschikken over twee krachtige manieren om de dreigende stagnering van het golven ongedaan te maken: verdriet en boosheid. Wat is verdriet? Het weefsel vult zich met vloeistof die de blokkade opnieuw vloeibaar maakt. Dit gaat gepaard met fijngevoelige verdriet sensaties. Dus verdriet maakt kleine blokkades weer vloeibaar en stromend. Als mens gaan we huilen en gaan letterlijk tranen stromen. 

 

Golven herstellen door stromende boosheid

 

Als het verdriet er niet in slaagt om het evenwicht te herstellen en de dreiging blijft dan hebben weefsels een ander herstel mechanisme. Dit gebeurt als de integriteit van de cel of het weefsel wordt bedreigd. Het weefsel gaat zich nog veel krachtiger vullen met vloeistof. Het gaat heftig en krachtig stromen. Dit voelen we als boosheid of woede.  Als verdriet of woede niet helpen om het evenwicht te herstellen, trekken de weefsels zich blijvend vanuit angst samen. De warmte en levendigheid in de weefsels koelt af. de mitochondrien, de energiecentrales in de cellen, raken uit geput of overleven in een gevoelloze of bevroren gevoelssensatie.

 

Dus verdriet en boosheid zijn prachtige herstelmechanismen zowel voor baby's als volwassen mensen.

 

Weefsels en hun gevoelens 

 

Op weefsel nivo zijn gevoelens fijngevoelige innerlijke bewegingen van cellen en weefsels. Golvende bewegingen geven vreugde en genot gevoelens. Samentrekken is angst, pijn, spanning, leegte. Spanning stromend maken geeft verdriet. Heftige spanning stromend maken geeft boosheid en woede. 

 

Stromende weefselgolven door het hele baby lichaam. 

 

Alles wat beschreven is op celnivo en weefselnivo geldt ook op mensnivo in zijn geheel.  Duizenden weefsels vormen immers samen een levende mens. Elk kind,elke mens is niets anders dan een samenspel van twee cellen die zich miljarden keren delen en differentieren.  Op dezelfde manier als cellen en weefsels beginnen baby's vanaf hun verwekking uit te reiken en samen te trekken in een golvend natuurlijk ritme en dit golven gaat met veel plezier, genot en wellust gepaard zowel tijdens zijn verblijf in de baarmoeder als na zijn geboorte. Leven voelen is plezierig en genotvol voor de kleine baby, maar ook alle andere gevoelens stromen door zijn gevoelige lichaam. 

 

Spiegelende of niet spiegelende prikkels in de baarmoeder

 

De wetenschap staat nog in het prille begin in het ontdekken van de wisselwerking tussen mama en haar kind. Het idee van de veilige warme baarmoeder is al lang verlaten. De wetenschap begint nu pas inzicht te krijgen in de trauma's in de baarmoeder. Een baby leeft in de baarmoeder midden de oceaan van zijn eigen vruchtzak, maar via de placenta komen er vele verschillende sensaties van het lichaam van zijn moeder binnen. Als zijn moeder ook in haar golvende lichaam aanwezig is, voelt dit zeer synchroon met wat de baby zelf beleeft. De stromingen die vanuit zijn moeder komen, hebben dan dezelfde trilling als zijn eigen weefsels en dit geeft een vredig en ontspannen gevoel. De baby voelt zich gespiegeld. Maar als mama een heel gespannen lichaam heeft, dat binnenin niet stroomt, voelt dit zeer onveilig. Als zij niet met haar aandacht in haar buik en baarmoederweefsel aanwezig is of als deze koud en bevroren zijn, voelt dit als onveilig en trekt de baby samen. Ook de stresshormonen en liefdeshormonen komen het lichaam van de baby binnen en vormen en vervormen mede zijn organen. Als mama voortdurend in haar hoofd leeft, geeft dit in de weefsels van de baby een eenzaam en in de steek gelaten gevoel. Zijn weefsels trekken zich dan zeer sterk samen. 

 

Onderhandelen en overtuigingen met mama

 

Tijdens het verblijf in de baarmoeder is er een intense wisselwerking tussen de gevoelswereld van het kleine kind en de moeder. Als de baby een jongetje is en zijn moeder voelt zich blij met papa en met mannen, zullen haar cellen heel andere signalen en hormonen afscheiden dan dat zij bang of boos is op mannen. De jongetjes baby voelt dit als welkom of niet welkom in de baarmoeder. Als hij zich bedreigt voelt, begint hij in de baarmoeder zijn weefsels al samen te trekken en hierin zelfs al te bevriezen. Weefsels hebben niet alleen een fysieke vorm en gevoelsladingen, maar zitten ook vol overtuigingen.  Als baby maak je al afspraken met je moeder. Als je voelt dat je niet welkom bent, kan je je mama beloven dat je een braaf kindje zult zijn dat weinig aandacht zal vragen. Het klinkt waarschijnlijk heel vreemd, maar de meest recente prenatale onderzoeken wijzen uit dat er tussen moeder en kind in de baarmoeder een zeer levendige uitwisseling van gevoelens, overtuigingen en afspraken zijn. 

 

Uitreiken en golven na de geboorte

 

Als kleine baby gaat het proces van uitreiken en terugtrekken, van golven in ontspanning en samentrekken na de geboorte gewoon door. Alleen zijn er nu veel meer prikkels vanuit de dualiteit van alle levenskrachten. Een gezonde baby heeft geen moeite met al deze duale krachten, want hij is eruit verwekt en ze leven ook in hem. Deze prikkels voelen dan ook synchroon met wat hij in zijn weefsels voelt. Zijn golvende beweging vanuit zijn cellen, wordt nu ondersteund door een golvende beweging van zijn ademritme. Ook ademen voelt zeer plezierig en genotvol. De golfbeweging van zijn adembeweging trekt door zijn hele lichaam, vanin zijn voetjes, door zijn bekken, zijn buikje en zijn hartje, drukt hij vrijuit via zijn keeltje en zijn mond alles uit wat in die golfbeweging geraakt wordt en tot expressie wil komen. Ook hierin ervaart hij prikkels die hem zijn ademhaling laten inhouden en die bedreigend voelen. Ook hierin heeft hij twee manieren voor herstel: huilen en boos worden en ook hierin kan hij in zijn weefsels bevriezen. 

 

Stromende verdrietgolf 

 

Als een baby prikkels van buiten voelt die niet synchroon zijn met zijn ritme en hem niet spiegelen wat in hem leeft, stopt de plezierige golvende beweging. De golf trekt samen en dit geeft fysieke pijn. Zijn weefsels verdedigen zich hiertegen met een gevoelsgolf geladen met verdriet of woede. Bij verdriet worden zijn weefsels vloeibaarder. Een vloeiende golf van verdriet en tranen komt vanuit zijn bekken naar boven als een fontein van huilen in zijn  keel en mond en van tranen tot in zijn oogjes. Zijn huilen zorgt ervoor dat zijn weefsels weer innerlijk in balans komen. Maar als hij niet welkom is met zijn golf van huilen of hij wordt hierin afgeleid, blokkeert deze golf en zal geleidelijk meer en meer geblokkeerd blijven. 

 

Stromende woede golf

 

De baby heeft natuurlijk ook nog een andere bescherming ter beschikking. Hij kan boos worden. Alle weefsels gaan krachtig samentrekken tot een zeer krachtige levensstroom die vanin zijn voeten, door zijn bekken, buik en hart naar zijn keel en mond toe stroomt in krachtige ontladende spierbewegingen. Hj wil in zijn woede gezien worden. HIj drukt daarmee zijn grens en zijn zelfrespect uit. Maar hij is klein en zijn ouders zijn groot. Ze verstaan niet altijd wat hij uitdrukt en hebben hun eigen gevoelens. Zij hebben de macht om elke gevoelsgolf die spontaan door zijn lichaam stroomt te onderdrukken. 

 

Stromende golven vallen stil en bevriezen

 

Als noch hun verdriet, noch hun woede in liefde ontvangen worden, verzwakken de weefselgolven in zijn kleine lichaam. Hij begint zijn ademgolven in te houden en geleidelijk gaat hij steeds meer oppervlakkig ademen of in bepaalde verboden lichaamsdelen vb zijn bekken niet meer ademen. Zijn golvende bewegingen in zijn lichaam vallen in brokstukken uit elkaar. Als dit langdurig blijft, ontstaan vastzittende spanningslagen. De bruisende en stromende levensrivier is dan veranderd in een paar plassen die vervuild zijn en weinig stromen. Geleidelijk zal zelfs elk contact met zijn innerlijke weefsellagen en innerlijke lichaamsbeleving verloren gaan. In plaats van te leven, is hij aan het overleven, want leven dat niet verbonden is met de weefsels, is overleven en zo leven zonder dat ze dit beseffen de meeste mensen met bevroren weefsels. Zoals eerder gezegd, komen deze bevroren lagen bij bewuste en gevoelige mensen na hun vijftigste jaar naar de oppervlakte om alsnog verwerkt te worden.

 

Overlevingsmechanismen 

 

De lichaamsgerichte psychotherapie heeft vijf types overlevingsmechanismen beschreven. Deze worden ook wel beschermingsmechanismen genoemd. Voor meer inzicht verwijs ik naar de boeken van Alexander Lowen. Ik zal deze hier kort benoemen. 

 

De schizoide verdediging: Het kleine kind voelt zich onveilig en niet geborgen in zijn lichaam. Hij bevriest en zijn lichaamsstroom valt in stukken uit elkaar. Hij durft niet meer te voelen en gaat in zijn hoofd leven. Van hieruit houdt hij alles in de gaten. Zijn angst als hij zichzelf is: ik word vernietigd

 

De orale verdediging: Het kleine kind durft niet uit te reiken in zijn noden. Hij gaat voor anderen zorgen en genoegen nemen met kruimels. Het gevolg is dat hij niet meer durft te ontvangen. 

zijn angst: ik wordt afgewezen en klein gemaakt

 

De agressieve verdediging: Het kleine kind moet groter zijn dan het binnenin voelt. Binnenin voelt hij zich onzeker. Hij toont zich groot en zelfverzekerd. Hij is dominant en laat andere mensen niet toe. 

zijn angst: ik mag niet bestaan

 

De lijdende verdediging: Het kleine kind incasseert en verdraagt wat op hem afkomt. Hij lijdt daaronder maar voelt dit niet omdat hij een dik pantser ontwikkelt om alles af te weren. Hij voelt zich voortdurend gespannen en barst regelmatig uit. Hij voelt zich dan slachtoffer van anderen. 

zijn angst: ik wordt vernederd

 

de rigide verdediging: Het kleine kind leert het perfecte kind te zijn. Hij is aangepast en sociaal. Hij toont zich aantrekkelijk. Maar hij leeft in een gespannen dwangbuis, zijn lichaamsweefsels zijn samen getrokken, maar dit voelt hij niet. Hij leeft vanuit zijn hoofd met een ego dat hem boven anderen mensen plaatst.

zijn angst: ik word ontmaskerd en tel niet meer mee.  

 

Tot zolang mensen zich niet bewust zijn van hun overlevingsmechanismen, leven ze in zichzelf opgesloten en is er geen echt voelende ontmoeting mogelijk. Maar omdat de meeste mensen in hun controlerende hoofd leven, voelen ze dit niet. 

 

 

 

 

 

 
 
 
 
 
 

 

^ Naar boven