Stap vier: meer ademen=meer leven=meer geluk

 

 
Je geluksbeleving is rechtstreeks evenredig met de kwaliteit van je ademen. Dat is de conclusie van de klinische praktijk van lichaamsgerichte psychotherapie en dit wordt steeds mer bevestigd door wetenschappelijke onderzoek. We weten allemaal dat we dood gaan als we twee minuten lang niet ademen, maar verder maken we ons niet druk over onze ademhaling. Ademen gaat immers vanzelf. Dat is juist maar daarnaast bepaalt de kwaliteit van onze ademhaling de kwaliteit van onze intensiteit van leven en van gelukkig zijn. De meeste mensen ademen net genoeg om te blijven leven. Je organen krijgen net genoeg zuurstof om te blijven functioneren, maar als ze meer zuurstof krijgen, worden de bouwstofffen beter aagevoerd en de afvalstoffen beter afgevoerd en werken onze organen beter. Maar een gezonde adembeweging verspreidt een golf van adembeweging door ons hele lichaam. Zowel onze borstkas, buikholte als bekken worden erdoor bewogen. Een diepe ademgolf zet vanzelf bij het inademen ons bekken, buik, borstkas en flanken uit, zowel aan de voorkant als aan de achterkant. Onze lichaamscellen voelen er veel levendiger door en we voelen innerlijk veel meer ruimte en leven. Dat kan je merken als je tien keer diep na elkaar ademe haalt. Je lichaam wordt levendiger en gaat zelfs tintelen. Je voelt je meer binnenin leven en waar anders voelen we het leven: we voelen het leven alleen binnen in onszelf. Alle ervaringen in de buitenwereld komen alleen maar tot leven binnen in ons. Hoe meer we ademen, hoe intenser we voelen en hoe intenser we leven en geluk kunnen beleven. Mensen die oppervlakking ademen kunnen de intensiteit van gelukkig zijn slechts heel beperkt ervaren. Toch ademen de meeste mensen slechts heel oppervlakkig en daardoor zijn ze ook maar beperkt gelukkig, maar tot zolang ze dit niet weten, hebben ze hier geen last van. Het verbaast me dat in de duizenden boeken over gelukkig zijn, hier nauwelijks aandacht aan geschonken wordt., terwijl het ons zoveel geluks voldoening kan geven. Maar er is ook wel een reden voor.: dat kunnen we alleen begrijpen als we verstaan waarom de meeste mensen oppervlakkig ademen. Dit gaat terug tot in onze kinderjaren. Een baby ademt volledig van kop tot teen, dat zie je ook als hij huilt, zijn hele lichaam huilt mee. Maar als je kijkt naar het lichaam van een kind van drie jaar, dan zie je dat de ademgolf al veel beperkter is, meestal in buik en borst, de bekkenglof is al achterweg gelaten. En een kind van zes jaar ademt nog oppervlakkiger. Hoe komt dit? We leren onze adem inhouden en onderdrukken. Telkens als een klein kindje iets wil tot expressie brengen dat verboden is, houdt het zijn adem stil. Dat doet het ook als het gekwetst wordt, afgewezen, zich neit gezien voelt. Door zijn adem in te houden, leert het zijn pijn en verboden gevoelens te onderdrukken. Maar niet alleen zijn gevoelens van pijn worden onderdrukt, alle gevoelens worden daardoor onderdrukt. Minder ademen betekent dus minder voelen en minder leven. Zo blijven volwassen mensen ook leven, zonder dat ze in de gaten hebben, dat ze daardoor ook alle gevoelens binnenin onderdrukken. Tot zover het slechte nieuws. Nu volgt het goede nieuws; door opnieuw dieper en voller te gaan ademen, kan je ook het omgekeerde proces in beweging brengen. Alle beetjes helpen daarbij: telkens je vijf minuten diep en intens ademt, komt er wat meer innerlijke levendigheid vrij en komt er ruimte om meer te voelen. Hoe meer aandacht je hieraan geeft, hoe meer effect natuurlijk en hoe meer je deze geluksbron kan aanboren en vrijmaken. Na een tijd zal je merken dat je innnerlijk meer ruimte voelt, je meer innerlijk leven voelt en al je gevoelens ook dieper worden. Je kan dit alleen doen of ook in groep: in lichaamswerk, in shiatsu, chikung, in yoga, bij zang en stemwerk, bij kinesisten wordt er veel aandacht gegeven aan de kwaliteit van ademen. Maar in het begin kan het echt scrhikken zijn, dat heb ik zelf ondervonden tijdens de eerste maanden van mijn lichaamsgerichte opleiding. Ik dacht dat ik goed ademde, ik ademde in mijn buik, maar mijn docent zag geen enkele beweging in mijn borstkas. Die zat helemaal vast. Toen ik zo voor het eerst mezelf in een spiegel zag staan ademen, schrok ik behoorlijk. Ik ontdekte dat ik eigenlijk in een gespannen, stijf keurslijf zat. Door dieper te ademen, begon mijn lichaam langs alle kanten te piepen en te kraken omdat het pantser waarin ik vastzat begon te scheuren. Het heeft ook heel lang geduurd eer ik opnieuw mijn uitademing tot in mijn bekken en mijn liezen kon voelen. Toen pas kon ik de verbinding voelen tussen mijn geslachtsdelen en mijn benen. Spanningen laten zich vak pas voelen als ze in beweging komen.


^ Naar boven